Archeologische vondsten bewijzen dat Achel in
de prehistorie bewoond was. In 1139 wordt
Achel vermeld als bezit van bet kapittel van Sint-
Servaas in Maastricht: Achel vormde samen met
Hamont en Sint-Huibrechts-Lille een domein-
goed. In de loop van de 13de-14de eeuw gingen
de rechten over dit domein in handen van de
voogden van het kapittel over, de Heren van Boxtel,
en werd het domein een volwaardige heerlijkheid Grevenbroek.
In de l4de eeuw bouwden de
Heren in Achel een verblijf dat in de loop van de
l5de eeuw uitgroeide tot het kasteel Grevebroek.
Hiervan resten nog enkele grondvesten
die niette bezichtigen zijn. Ook de Tomp, een
oude vluchttoren, kan verband houden met de heerlijkheid.
Achel bleef de residentieplaats, terwijl
Hamont uitgroeide tot het economische centrum
van de heerlijkheid en stadsrechten verkreeg.
In Achel werden twee kloostergemeenschappen
opgericht: het franciscanessenklooster Sint-Catharinadal
in 1432, en het heremietenklooster de
Kluis in 1685. Beide werden tijdens de Franse
Revolutie afgeschaft. In 1846 werd de oude Achelse
Kluis omgevormd tot trappistenklooster,
1871 Sint-Benedictusabdij genoemd, internationaal bekend.
Sinds de jaren zestig is Achel uitgegroeid tot een
woondorp met veel Nederlandse inwoners.
BEZIENS WAARDIGHEDEN
Het dorpscentrum wordt bepaald door een driehoekig
plein, het voormalige gemeentehuis en
een oude dorpspomp. De Sint-Monultus en
Gondultuskerk heeft van haar laat-gotische
bouw alleen het koor, het transept en het oostelijke
deel van het schip bewaard, dat deels uit d
15de eeuw en deels uit de l6de eeuw stamt. De
neogotische uitbreiding met een nieuwe toren in
1908-1911 werd ontworpen door H. Martens en
V. Lenertz. Het neogotische interieur is vooral
gestoffeerd door de lokale beeldhouwer Th. Watson.
Oude beelden zijn: Sint-Barbara van eind
15de eeuw; en Sint-Rochus, Sint-Monulfus en
Sint-Gondultus uit de late 18de eeuw. Ook de
biechtstoel, de sacristiekast in Luikse stijl, de
hardstenen doopvont en het smeedijzeren hek
dateren uit de late 18de eeuw. Het liturgische
zilverwerk komt uit de 17de-19de eeuw; daaronder
is werk van Fr. Malders, zilversmid in Maaseik. Er
liggen oude gratstenen tegen de buitenkant
van het koor.
Van het Catharinadal, het oude klooster rest
alleen nog een overwelfde kelderruimte van het
zogenaamde spinhuis; het is particulier bezit.
De teutenvilla Simons van Ca. 1880 is een statig
eclectisch herenhuis met park, nu gemeentelijk
eigendom. Het herbergt het VVV-kantoor en het
stedelijk museum van Hamont-Achel. Naast archeologie
geeft het museum een didactische
overzicht van de lokale geschiedenis.
Oorspronkelijk is het kasteel Genebroeke een
belangrijk hoevecomplex dat in de l5de eeuw
vermeld wordt. In de l8de eenw werd het tot jachtdomein
omgevormd door de Luikse adellijke familie
De Hubens. Van 1935 tot 1992 diende het
kasteel als kloosterpand van de kruisheren. Nu is
het particolier elgendom.
De oorsprong van de Tomp is onbekend. Wellicht
is het een middeleenwse vluchttoren van een
hoevecomplex. Of het ooit aan de Heren van Grevenbroek
toebehoorde, is onzeker. De stevige
dikke ronde bakstenen toren werd in 1968 deels
gerestaureerd, deels gereconstrueerd naar een
model van Viollet-le-Duc; Ook de omgeving met wallen
en palissaden werd gereconstrueerd.
De Tomp werd in 1947 als monument en als landschap
beschermd.
De huidige gebouwen van de laathoeve Beverbeek,
een oude ontginning van Hamont-Achel
die voor het eerst in 1360 wordt vermeld, zijn een
18de eeuwse aanpassing. Het woonhuis met
bakhuis en stallingen is als monument beschermd.
Het erf met rijpoort is sinds 1980 een
beschermd dorpsgezicht; het is particulier bezit.
Het Mulke uit 1742, en het Waaghuis
van ca.1775, zijn de enige restanten van
de vele Achelse molens; ze zijn in ruineuze
toestand. De plattegrond van bet Waaghuis werd
gereconstrueerd.
Van de Achelse Kiuls, een trappistenklooster, is
de eigenlijke naam Sint-Benedictnsabdij. Ze
werd in 1846 gesticht als priorij en in 1871 tot
een zelfstandige abdij verheven. De oude Achelse
Kluis was een verblijfplaats van kluizenaars, in
1685 door P. van Eynatten gesticht. De neogotische
abdijkerk bouwde P.J. Cuypers in 1885. Een
groot deel van het klooster werd in 1945-1950
herbouwd in modern-gotische stijl naar een ontwerp
van J. Ritzen.
Bij het voormalige station aan de lijn Hasselt-
Eindhoven ontstond de nieuwe wijk Achel Statie
met een moderne zaalkerk van de H. Kruisvinding
uit 1963, ontworpen door G. Daniels uit Maaseik.
Aan de Warande in de Orchideenlaan staat
de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw in de Nood uit 1838
Een grafveld uit de ijzertijd ligt
bij Pastoorsbos, Grote Haart.
EVENEMENTENNKALENDER
13 juni of zondag daarna: Sint-Antoniusprocessie en feest
In 1962-1963 zijn een viertal grafheuvels uit de
bronstijd opgegraven. Andere vondsten dateren
uit de Romeinse tild, waaronder een belangrijke
muntschat. In de vroege middeleeuwen behoorde
Hamont samen met Achel en Sint-Huibrechts-Lille
tot het kinosterdomein van Sint-Servaas in
Maastricht. De kerk van Achel werd in 1139
vermeld onder de bezittingen van het Sint-Servaas-
kapittel. Na 1257 werd het kloosterdomein
in verschillende fasen eigendom van de voogden
van het kapittel, de Heren van Boxtel. Zij stichtten
er de heerlijkheid Grevenbroek, voor het eerst
vermeld in 1367. Deze vrije heerlijkheid ging over
in verschillende handen tot ze in 1401 afhankelijk
werd van de prins-bisschop van Luik, die ze in
1585 in volle eigendom aankocht. Hamont had
binnen de heerlijkheid een speciaal statuut. Het
werd in de loop van de 14de eeuw omwald en
kreeg beperkte stadsrechten. In 1307 vestigden
zich bier Lombarden en bloeide de handel met de
Noordbrabantse steden. Vanat do 15de eeuw
vervielen de stad en de beerlijkbeid. Veel oorlogsgeweld
en talloze epidemieen, vooral in de
l6de en l7de eeuw, dompelden do streek in
armoede. Dit gaf aanleiding tot de teutenhandel. De
teuten waren handelaars in stoffen en koperwerk
die negen maanden per jaar in verre streken hun
waren te koop aanboden. Hamont was in de
18de-19de eenw een van de voornaamste centra
van die teutenhandel. No 1830 leefde Hamont
weer op. In 1839 openden de zusters ursulinnen er
een vestiging, de augustinessen volgden in 1889
en de salvatorianen in 1902. In de loop van de
l9de eeuw werden kleine bedrijven opgericht:
steenbakkerijen, leerlooleiijen, sigarenfabriekjes.
De in 1853 opgerichte wasblekerij groeide uit
tot een bekende kaarsenfabriek.
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Het marktplein bewaart het trace van de middeleeuwse
stad. Op de markt staat het pomp-perron,
een stadspomp die ook als stadspaal dienst
deed; ze werd opgericht in 1782 en in 1989 gere-
construeerd.
De decanale Sint-Laurentiuskerk uit 1903-1904
is van de architecten J. Cuypers en J. Stuyt uit
Amsterdam. Het sinds 1994 beschermde kerkgebouw
is een neogotische bakstenen kruiskerk
met dito versiering. Het schip heeft een brede
middenbeuk; de zijbeuken zijn opvallend smal;
het transept is vijfbeukig; de westertoren heeft
een spits tussen vier hoektorentjes; bovenaan is
een galerij en in de top een kroon. Het neogotische
interieur werd gestoffeerd door het atelier
Cuypers uit Roermond. Het beeldenbezit is
l4de-20ste-eeuws. l4de-eeuws is de Sedes Sapientiae;
de Sint-Laurentius, Sint-Brigitta, Sint-Rechus,
een Pieta, en Sint-Anna-ten-Drieen dateren
alle uit de vroege l6de eeuw; er is ook een
Sint-Nepomuk en een Sint-Laurentius uit de
18de eeum. Er hangen schilderijen uit de l9de
eeuw. De twee torenklekken zijn van Gaspar en
Willem Moer uit 1502. Het Iiturgische zilverwerk
is l7de-20ste-eeums; daaronder is een neogotische
pronkmonstrans van Esser uit Weert uit het
begin van de 20ste eeuw. De neogotische glasramen
van G. Ladon zije van hoge kwaliteit.
Grafstenen uit de l7de-20ste eeuw liggen aan de
buiteckant van het koor, waaronder het grafmonument
van Dr. A. Mathijsen, de uitvinder van
het gipsverband (gestorven 1878). Rond het marktplein
staan oude herenhuizen, ook zegenaamde teutenhuizen
uit de 19de eeuw en een renaissancistisch huis
uit 1655 met een eigenaardige sluitsteen.
Het neoclassicistische huis de Gulden
Poort Iigt net buiten de oude wallen, Stadswaag
8. In de Kloosterstraat bevinden zich resten van
het ursulinenklooster dat in 1839 werd gesticht
als internationaal pensionaat. De Ursulinenkapel
van 1914 is een boeiend neogetisch gebouw van
architect P.J. Cuypers, grootmeester van de
neogetiek. In de Dr. Mathijsenstraat staat een stenen
windmolen uit 1804, l'an XII; het is de eerste vrije
windmolen na het ancien regime, opgericht door
invloedrijke teuten. Hil is sinds 1982 beschermd.
Het winkelcomplex, in de volksmond het Boerke
in de Kapelstraat is uit het begin van de 20ste
eeuw.
De grafheuvels uit de bronstijd in de Haartenheide
zijn gerestaureerd. Het kasteeI Beverbeek is in
1889 gebouwd door volksvertegenwoordiger
Slegers; het is niet toegankelijk. Het kasteel
de l' Escaille van 1875 staat in het gehucht het Lo en
is evenmin teegankelijk.
Op het gehucht `t Lo werd in 1964 een moderne
zaalkerk gebouwd, architect was Simons-Baert.
Aan het kloostercemplex van de salvatorianen
met annexe schoolgebouwen werd gewerkt
vanaf 1902.
EVENEMENTENKALENDER
Pinksteren, de even jaren: mars-en showwedstrijden